Porpoising, Bottoming en Bouncing. Patrick, 29/02/202429/02/2024 Porpoising “Porpoising” verwijst naar een fenomeen in de Formule 1 (en andere racecategorieën) waarbij een auto tijdens het rijden op hoge snelheid op een rechte baan op en neer lijkt te “stuiteren” als een dolfijn die uit het water springt. Dit fenomeen treedt meestal op wanneer de aerodynamica van de auto niet goed in balans is. Om porpoising te begrijpen, moeten we eerst kijken naar het concept van ground effect. Dit is de manier waarop lucht wordt gemanipuleerd om downforce (en daarmee grip) te creëren en een F1-auto zo snel mogelijk door bochten te laten gaan. In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt bij ground effect de lucht zoveel mogelijk onder de auto door gestuurd, waardoor een vacuüm ontstaat. Hierdoor wordt de auto als het ware tegen het asfalt gezogen, wat gunstig is voor de grip en prestaties van de auto. Helaas heeft ground effect ook nadelen, en porpoising is daar een van. Bij hoge snelheden ontstaat er een overvloed aan luchtstromen die onder de auto willen. Boven een bepaalde snelheid (doorgaans boven de 250 km/u) treedt een soort kortsluiting op. Het ground effect is dan zo sterk dat de vloer van de auto heel dicht tegen het asfalt wordt gezogen. Op dat moment wordt de downforce plotseling verminderd, waardoor de ophanging de auto terugtrekt naar de normale rijhoogte. Dit veroorzaakt een cyclus van aerodynamische trillingen die de voor- en achterzijde van de auto op en neer doen gaan, vergelijkbaar met het bewegen van een wipwap. Bottoming “Bottoming” verwijst naar een fenomeen dat optreedt wanneer de bodemplaat van een Formule 1-auto de grond raakt tijdens het rijden, met name bij het passeren van hobbels, oneffenheden of bij hard remmen. Dit gebeurt wanneer de auto zo laag bij de grond komt dat de bodemplaat de oppervlakte raakt. Bottoming kan verschillende problemen veroorzaken, zoals verminderde aerodynamische prestaties, schade aan de onderkant van de auto en verlies van grip. Wanneer de bodemplaat de grond raakt, kan dit de luchtstroom onder de auto verstoren, wat resulteert in verminderde neerwaartse druk en dus minder grip. Dit kan vooral problematisch zijn in bochten, waar grip essentieel is voor het behoud van snelheid en controle. Om bottoming te minimaliseren, moeten Formule 1-teams zorgvuldig de afstelling van de ophanging, vering en demping van de auto beheren. Ze moeten ook de hoogte van de auto boven de grond controleren en aanpassen om te voorkomen dat de bodemplaat de grond raakt, vooral op circuits met veel hobbels of oneffenheden. Bovendien kunnen teams aerodynamische hulpmiddelen gebruiken, zoals verstelbare vleugels en bodemplaten met geoptimaliseerde vormen, om de luchtstroom onder de auto te beheren en de kans op bottoming te verminderen. Bouncing “Bouncing” in de context van de Formule 1 verwijst naar het fenomeen waarbij een auto tijdens het rijden op hoge snelheid over een hobbelige baan of over kerbstones (de verhoogde stoepranden langs de randen van een bocht op het circuit) omhoog en omlaag stuitert. Dit kan optreden als gevolg van verschillende factoren, waaronder de vering en demping van de auto, de geometrie van de baan, en de rijstijl van de coureur. Bouncing kan een aantal problemen veroorzaken voor zowel de prestaties van de auto als het comfort en de controle van de coureur. Het kan leiden tot verlies van grip en stabiliteit, wat de handling van de auto kan beïnvloeden en de reactietijd van de coureur kan vertragen. Bovendien kan het extreme bouncing leiden tot schade aan de ophanging, banden en andere delen van de auto. Om bouncing te minimaliseren, moeten Formule 1-teams de vering en demping van de auto nauwkeurig afstemmen op de specifieke kenmerken van elk circuit. Dit omvat het vinden van een balans tussen stijfheid en flexibiliteit om de impact van hobbels en kerbstones te absorberen zonder de controle over de auto te verliezen. Coureurs moeten ook hun rijstijl aanpassen om te anticiperen op hobbelige secties van het circuit en deze zo soepel mogelijk te navigeren. Hoewel een zekere mate van bouncing onvermijdelijk is op sommige circuits, streven teams er altijd naar om de afstellingen van de auto te optimaliseren en de rijstijl van de coureurs te verfijnen om de impact van dit fenomeen te minimaliseren en de prestaties op de baan te maximaliseren. Het verschil Hoewel ze allemaal te maken hebben met het gedrag van een auto tijdens het rijden, zijn bouncing, bottoming en porpoising verschillende fenomenen in de context van de autosport, zoals de Formule 1. Hier zijn de belangrijkste verschillen: Bouncing: Bouncing verwijst naar het op en neer bewegen van de auto tijdens het rijden, meestal als gevolg van hobbelige of oneffen baanoppervlakken. Het kan ook optreden wanneer de auto over kerbstones of andere obstakels op het circuit rijdt. Bouncing kan de grip, stabiliteit en controle van de auto beïnvloeden, vooral op hoge snelheid, en kan de ophanging belasten. Bottoming: Bottoming treedt op wanneer de bodemplaat van de auto de grond raakt, vaak veroorzaakt door het raken van hobbels, heuvels of kerbstones. Dit kan leiden tot verminderde aerodynamische prestaties, verminderde grip en schade aan de onderkant van de auto. Bottoming wordt meestal veroorzaakt door een te lage rijhoogte van de auto of onvoldoende vering en demping om de impact van de hobbels op te vangen. Porpoising: Porpoising verwijst naar het fenomeen waarbij een auto tijdens het rijden op hoge snelheid op een rechte baan op en neer lijkt te “stuiteren” als een dolfijn die uit het water springt. Dit gebeurt meestal als gevolg van een onbalans in de aerodynamica van de auto, wat leidt tot fluctuaties in de neerwaartse druk. Porpoising kan de stabiliteit van de auto verminderen en de grip beïnvloeden, vooral op hoge snelheid. Kortom, hoewel ze allemaal te maken hebben met het gedrag van een auto tijdens het rijden, verschillen bouncing, bottoming en porpoising in de specifieke oorzaken, gevolgen en symptomen die ze met zich meebrengen. Techniek
Techniek MGU-K en MGU-H 22/02/202422/02/2024 MGU-K (Motor Generator Unit – Kinetic) en MGU-H (Motor Generator Unit – Heat) zijn twee belangrijke onderdelen van het hybride aandrijfsysteem dat wordt gebruikt in moderne Formule 1-auto’s. Hier is een uitleg van hoe ze werken: Kortom, MGU-K en MGU-H spelen een cruciale rol bij het maximaliseren van de efficiëntie… Read More
Techniek DRS 22/02/202422/02/2024 DRS staat voor Drag Reduction System en is een mechanisme dat wordt gebruikt in de Formule 1 om de luchtweerstand van een auto te verminderen en daardoor de topsnelheid te verhogen. Hier is hoe het werkt: Het DRS-systeem is bedoeld om de races spannender te maken door coureurs de mogelijkheid… Read More
Techniek “Inwash” en “Outwash” 22/02/202422/02/2024 “Inwash” en “Outwash” zijn termen die gebruikt worden in de context van de aerodynamica van Formule 1 auto’s om de stroming van de lucht rond de auto te beschrijven. In het ontwerp van een Formule 1 auto proberen ingenieurs een balans te vinden tussen inwash en outwash om zowel downforce… Read More